top of page
MEXP

Welke spelregels gelden voor een ‘oud’ woninghuurcontract?

Stel, u sloot jaren geleden een woninghuurcontract in Vlaanderen (vóór 1 januari 2019), Wallonië (vóór 1 september 2018) of Brussel (vóór 1 januari 2018). Moet u dan rekening houden met de gewestelijke spelregels? Wat zei Cassatie daarover?



Oud contract in Brussel en Wallonië


Nieuwe gewestelijke spelregels van toepassing. Gaat het om woninghuurcontracten, dan gelden de meeste bepalingen in het Waalse decreet en de Brusselse ordonnantie onmiddellijk, ook voor contracten die al lang geleden gesloten werden.


Met aantal uitzonderingen in Brussel. Logischerwijze gelden alle bepalingen die echt betrekking hebben op het sluiten van het contract, zoals de antidiscriminatiewetgeving, de informatie die de huurder moet krijgen, de verplichte vermeldingen in het huurcontract en de regels rond medehuur, in Brussel enkel voor contracten die gesloten of verlengd werden sinds 1 januari 2018.


Let op! Alle andere regels (bv. in verband met de opzeg, de registratie, enz.) gelden echter ook voor oudere contracten.


Uitzonderingen in Wallonië. Ook daar gelden de verplichte vermeldingen, de verplichte brandverzekering, de regeling voor contracten van korte duur, voor medehuur en voor studentenkamers enkel voor contracten die u sloot of hernieuwde sinds 1 september 2018.


Oud contract in Vlaanderen


Spelregels van federale Woninghuurwet! Anders dan in Brussel of Wallonië geldt de gewestelijke regeling in Vlaanderen enkel voor woninghuurcontracten die sinds 1 januari 2019 gesloten werden. Enkel voor mondelinge contracten – ook oudere – gelden direct de nieuwe spelregels. Voor schriftelijke contracten gesloten vóór 1 januari 2019 geldt dus nog steeds de oude federale Woninghuurwet.


Let op! Ook als het oude woninghuurcontract stilzwijgend of uitdrukkelijk verlengd wordt, blijft de federale Woninghuurwet verder van toepassing.


Uitzondering voor procedureregels. De enige uitzondering daarop werd onlangs aangestipt door het Hof van Cassatie (Cass., 21.10.2021) . Volgens de wet (art. 3 Ger.W.) treden procedureregels immers onmiddellijk in werking. De procedureregels die gewijzigd worden door het Vlaamse decreet gelden dus ook voor oudere huurcontracten. Het belang is op zich beperkt. Het Vlaamse Woninghuurdecreet wijzigt niet zo veel aan de procedure.


Kortgedingprocedure voor de vrederechter. Een eerste verschil is dat sinds 2019 de vrederechter bevoegd is voor het kortgeding inzake huurbetwistingen, terwijl voorheen enkel de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bevoegd was. Een kortgeding is een dringende procedure die iets sneller gaat dan een gewone procedure, maar niet veel toegepast wordt, omdat de rechter enkel voorlopige maatregelen kan uitspreken. Er kan in zo’n procedure geen ontbinding van de huur of betaling van achterstallen gevraagd worden. Het kan wel gaan om de aanstelling van een deskundige, een verbod om bepaalde handelingen te stellen of een voorlopige maatregel (bv. de huurder verplichten tot een dringende herstelling).


Nog wijzigingen? Sinds 2019 is arbitrage ook voor oude huurcontracten uitgesloten. Er zijn formaliteiten in de verzoekschriften gewijzigd: het beroep van de partijen moet niet meer vermeld worden, wel de geboortedatum van de beide partijen. Een zgn. eenzijdig verzoekschrift moet voortaan niet meer verplicht door een advocaat getekend worden, maar mag ook door de eiser zelf zonder advocaat ingediend worden. Elk vonnis inzake uithuiszetting moet gemeld worden aan het OCMW.


Bel het gratis nummer 0800/23022 voor een afspraak of meer informatie.


33 views

Recent Posts

See All

留言


bottom of page